De chip bestaat uit een gesloten buisje van bioglas, met daarin een geheugenchip en een spoeltje dat als antenne fungeert. Toch is een chip erg klein: slechts een kleine veertien millimeter lang met een doorsnede van ongeveer twee millimeter! Het bioglas zorgt er voor dat de chip niet door het lichaam wordt afgestoten en met het weefsel vergroeit. In de microchip is een code opgeslagen. Het spoeltje stuurt de code naar het afleesapparaat. Een chip wordt ook wel "transponder" genoemd.
Identificatiechips of transponders kunnen gemakkelijk en (bijna) pijnloos onder de huid van uw huisdier worden aangebracht. Met behulp van een dikke naald zal uw dierenarts de chip tussen de schouderbladen of aan de linkerkant van de halsvlakte onder de huid 'injecteren'. Het dier krijgt op die plek een klein gaatje in de huid waar al gauw een korstje opkomt. Dit zal na enige dagen vanzelf van de huid afvallen. De transponder De code van de chip kan met een afleesapparaat ("reader") worden afgelezen. De chip zelf doet niets; er zit geen batterijtje of andere energiebron in. Uw huisdier zal het niet merken dat hij of zij een chip draagt! Pas op het moment dat er een afleesapparaat bij in de buurt van de chip komt, gebeurt er iets. Het afleesapparaat geeft een onschadelijk signaal af. De chip wordt actief en antwoordt met de identificatiecode van het betreffende dier. Invloeden van buitenaf hebben overigens absoluut geen effect op de chip! Aan elke transponder is een uniek nummer gekoppeld, dat zoals beschreven kan worden afgelezen met een speciaal apparaat. De zogenaamde ISO-chip (standaardchip) heeft een unieke identificatiecode die uit 15 cijfers bestaat. Deze code begint met de Nederlandse Landencode '528', gevolgd door de overige 12 cijfers. Een groot voordeel is dat de code niet te veranderen of uit te wissen is. Daardoor kan er geen enkele twijfel ontstaan omtrent de identiteit van het dier.
Voor en na het plaatsen van de chip zal uw dierenarts controleren of het nummer leesbaar is èn of het correspondeert met het nummer dat op de bijgevoegde stickers met barcode is gedrukt. Na het chippen vult u samen met uw dierenarts een formulier in met daarop uw gegevens zoals adres, telefoonnummer enz. Na ongeveer twee weken zijn uw gegevens ingevoerd in de databank en kunt u via internet heel gemakkelijk nagaan of de registratie heeft plaatsgevonden. Dat kan natuurlijk via de website van de NDG, maar ook via de site chipnummer.nl die speciaal voor dat doel is opgezet. De NDG is direct aangesloten bij de Europese overkoepelende databank het European Pet Network, kortweg EPN, zodat uw dierbare huisgenoot ook weer bij u thuis kan komen als hij of zij zich in het buitenland bevindt! Vanaf het moment van inschrijving is uw dierbare huisgenoot altijd weer bij u thuis te brengen! De NDG stuurt ter bevestiging van registratie een bewijs van inschrijving dat u bij het vaccinatieboekje of Europees dierenpaspoort kunt bewaren.