Informatie over de kat

Vereniging Kattenzorg Dordrecht e.o.

Dermatophytose bij de kat: Diagnostiek en behandeling. Dermatophytose is een infectie van haren, huid of nagels met een schimmel. Schimmelinfecties worden gemakkelijk overgedragen van dier op dier, maar ook van dier op mens en soms van mens op dier. Oppervlakkige huidveranderingen als gevolg van een infectie met name Microsporum worden bij de kat regelmatig gezien. De juiste aanpak van een schimmelinfectie blijft, vanwege het infectieuze karakter van de aandoening, toch altijd een lastig probleem.

Het ene dier lijkt zonder therapie te genezen, terwijl het andere dier, ondanks veel moeite, maar nauwelijks van de schimmelinfectie lijkt af te komen. Daarnaast kunnen de huidproblemen gemakkelijk terugkomen of zich uitbreiden naar contactdieren (of mensen!). Inzicht is ontstaan van de infectie en de diagnostiek van een schimmelinfectie is van belang om tot een juiste behandeling te komen. Een goede diagnose is van belang om tot een juiste behandeling te komen. Een goede diagnose en aansluitende behandeling voorkomt veel frustraties bij de eigenaar en de behandeld dierenarts.

Oorzaak

Een schimmelinfectie bij de kat wordt doorgaans veroorzaakt door Microsporum Canis. De infectiebron is vrijwel altijd een andere kat, waarbij de overdracht plaatsvindt d.m.v. geïnfecteerde haren of huidschilfers. Dit kan direct via contact met een ander dier, maar ook indirect via de omgeving waarbij gedacht kan worden aan halsbandjes, borstels, scheerapparaten, transportmanden of de ligplaats van het dier. Echter ook de mens of ectoparasieten zoals vlooien en Cheyletiella-mijten kunnen in principe de infectie overbrengen. Geïnfecteerde haren in de omgeving kunnen 18 maanden infectieus blijven; omgevingsbesmetting wordt vaak onderschat en herinfectie op basis hiervan kan dan ook een belangrijke rol spelen bij het falen van de behandeling hierop of het op termijn terugkomen van de klachten.

Wanneer een dier in aanraking komt met schimmelsporen uit infectieus materiaal, zijn er verschillende factoren van het belang bij het al dan niet geïnfecteerd raken van de huid met deze sporen. Allereerst speelt bij katten het gedrag een rol: katten die zich goed wassen vertonen minder klinische (zichtbare) klachten dan katten die dit niet doen. Dit wordt o.a. genoemd als één van de redenen waarom schimmelinfecties bij Perzen vaker voorkomen: zij zouden zich mogelijk minder efficiënt schoonhouden. Infectie van de huid met sporen kan pas plaatsvinden als de barrièrefunctie van de huid verstoord is. (Micro) Trauma zoals bijvoorbeeld veroorzaakt door vlooien of mijten speelt dus een belangrijke rol bij de ontwikkeling van dermatophytose. Dit blijkt ook uit de waarneming dat het scheren van katten met dermatophytose de ontwikkeling van huidlaesies (huidbeschadiging) lijkt te bevorderen. Ook de samenstelling van de huid speelt een rol bij de infectie: vooral talg is van belang; de samenstelling van het talg is één van de factoren waarom jonge katten gemakkelijker een schimmelinfectie oplopen.

Na infectie tast de schimmel de haren aan door verbruik van keratine (hoornachtige stof waaruit de haren zijn opgebouwd). Schimmelgroei stopt wanneer de keratineproductie stopt, wanneer de haar aan het eind van zijn levenscyclus is en daarna uitvalt. Verschillen in haar groei en tempo waarmee de haren vervangen worden zijn dus ook van belang bij de snelheid waarmee de infectie geëlimineerd wordt: hierbij speelt het ras en de leeftijd een rol, maar ook zijn er individuele verschillen tussen katten op dit punt.

Klinische verschijnselen

De klinische verschijnselen variëren. Van de symptoomloze drager, via enkele afgebroken (snor) haren, kale plekjes zonder ontstekingsverschijnselen, kleine korstjes, tot een uitgebreide ontsteking met grote korsten, roodheid en jeuk. De verschijnselen kunnen zich ook beperken tot een bepaalde locatie zoals de nagels, de kin of nek. Wanneer de huidveranderingen beperkt zijn tot één of enkele plekjes, wil dit echter niet zeggen dat de infectie ook beperkt is tot deze plaatsen en de behandeling zich hiertoe kan beperken!!! In het algemeen kan aan de klinische verschijnselen dus niet zoveel betekenis gehecht worden en is het van belang dermatophytose al in een vroeg stadium uit te sluiten/ te bevestigen, met name bij katten uit risicogroepen (perzen, katten besmet met FIV, catteries etc).

Diagnostiek

Er zijn 3 mogelijkheden om dermatophytose te diagnosticeren: De Woodse lamp (UV-lamp: schimmels kleuren groen op) Microscopisch onderzoek (onder een microscoop) Schimmelkweek (meest betrouwbare manier van diagnosticeren!!!)

De schimmelkweek blijft de meest betrouwbare methode om een schimmelinfectie vast te stellen of uit te sluiten. Voor dit laatste is wel een juiste bemonstering noodzakelijk: haren op geleide van de Woodse lamp, van de rand van de huidveranderingen en/ of verkregen via de tandenborstel methode. Bij de diagnostiek hoort ook het onderzoeken van de eventuele andere katten van de eigenaar: indien dit achterwege wordt gelaten, daalt de kans op een succesvolle therapie aanzienlijk!!!

Therapie

De behandeling bestaat uit 3 onderdelen: behandeling van het dier zelf, de contactdieren (en mensen) en de omgeving.

Scheren

De belangrijkste reden om te scheren is het verminderen van de omgevingsbesmetting. Hoewel scheren in eerste instantie wel kan leiden tot een verergering van de huidlaesies ten gevolge van microtrauma, is het voorkómen van omgevingscontaminatie zo een belangrijk argument, dat het aan te raden is om alle katten met dermatophytose geheel te scheren, met uitzondering van kortharige katten met slechts enkele laesies. Hierbij kan het scheren beperkt blijven tot een wijde marge om de laesies. De haren dienen direct verzameld te worden in een plastic tas en vernietigd te worden.

Wassen

Onder "topicale behandeling" wordt het wassen/spoelen van de hele kat verstaan. Het behandelen van enkele plekjes is meestal niet zinvol, omdat bij de meeste katten de sporen zich ook op grotere afstand van de huidveranderingen bevinden. Voor topicale behandeling wordt veelal Natamycine (Mycophyt®) (1 maal per 4 dagen wassen) gebruikt. Er moet wel voorkomen worden dat de kat het middel oplikt. Het grote voordeel van topicale behandeling is wederom het verminderen van de omgevingsbesmetting. Nadelen zijn het arbeidsintensieve karakter van de behandeling en het vergemakkelijken van de entree van sporen in de huid door het toebrengen van microtrauma en het verminderen van de huidbarrière door middel van vocht. Laesies kunnen dan ook verergeren na het wassen, zeker wanneer deze (te) snel na het scheren word toegepast.

Systememische therapie (medicijnen)

Systemische therapie is effectief en gemakkelijker uit te voeren dan topicale therapie (de wassingen). Echter, het wordt zelden zonder aanvullende wassingen gebruikt, om (her)besmetting, vanuit de omgeving te voorkomen.

Omgevingsbehandeling

Onvoldoende omgevingsbehandeling is vaak de oorzaak van het falen van de schimmelbestrijding. Een goede omgevingsbehandeling begint met het voorkómen van (her)besmetting: door de dieren te scheren en aanvullend te wassen. Grondige huishoudelijke reiniging verwijdert de sporen gedeeltelijk op mechanische wijze. Voor het (zo heet mogelijk) wassen van textiel geldt hetzelfde.

Er blijken maar weinig middelen echt effectief tegen schimmelsporen: de beste keuze is Natamycine (Mycophyt®) gevolgd door chloor (het liefste onverdund, aangezien dit praktisch meestal niet haalbaar is, kan voor 1:10 oplossing gekozen worden). Alle kat-gerelateerde voorwerpen zoals kammen, mandjes en dergelijke dienen vernietigd te worden als zij niet op deze wijze kunnen worden behandeld. Hetzelfde geldt voor kleedjes, kussens en dergelijke.

Evaluatie van de behandeling

Onvoldoende evaluatie van de therapie ( met behulp van een schimmelkweek) is een andere reden waarvoor de behandeling bij dermatophytose soms niet slaagt. Vooral bij langharige katten, die gemakkelijk een symptoomloze drager kunnen zijn, is het verdwijnen van de huidveranderingen een onvoldoende reden voor het staken van de therapie. Alléén een negatieve schimmelkweek geeft een duidelijke aanwijzing dat de schimmel van het dier verdwenen is. Het is aan te raden pas met de behandeling te stoppen als minimaal 2 achtereenvolgende kweken, met een interval van 2 weken, negatief zijn.

Het kritieke punt van de behandeling van dermatophytose bij de kat, is het inschatten van de ernst van de situatie, en dus van de zwaarte van de in te stellen therapie. In het algemeen kan worden gesteld dat de langharige, jonge leeftijd van de kat, FIV katten en de aanwezigheid van meerdere katten in huis, risicofactoren zijn waardoor de maatregelen rigoureuzer dienen te worden. Ook voorlichting aan de eigenaar is essentieel, want zonder begrip van de situatie en de mogelijke gevolgen, is de therapietrouw vaak gering.